INLEIDING
Via deze website willen we U informatie geven over de vele behandelmogelijkheden ter vervanging van ontbrekende tanden of ter afsteuning van een vals gebit door middel van tand implantaten.
De bedoeling is dat deze website u op een eenvoudige manier een volledig overzicht geeft van de verschillende mogelijkheden.
We hopen dat de aangereikte informatie u als patiënt kan helpen.
Mocht u toch nog vragen hebben, stuur ons een bericht door te klikken op volgende link: mkacentrum@yperman.net
OVERZICHT
Wat is een tand implantaat ?
Een implantaat is een titanium schroef die dienst doet als een kunstwortel.
Dit titanium is biocompatibel, dat wil zeggen dat het implantaat zal vastgroeien in het kaakbot (osseointegratie).
Types implantaten
Implantaten zijn in verschillende doorsneden en lengten verkrijgbaar.
De lengte en doorsnede van het implantaat zal gekozen worden aan de hand van de hoeveelheid beschikbaar bot en het te vervangen gebitselement.
Over het algemeen hebben de implantaten een doorsnede tussen de 3 en 5 mm en de lengten variëren tussen de 8 en 14 mm.
VERVANGING VAN ÉÉN ENKELE TAND.
Waarom een tand vervangen?
Tanden die verloren zijn gegaan, zorgen voor open ruimtes in de tandbogen. Hierdoor vermindert de kauwkracht.
Bij verlies van fronttanden treedt een problemen op met het uiterlijk enerzijds, maar ook de spraak en slikfunctie kunnen verstoord worden.
Nadat een tand of kies is getrokken, kunnen de buurtanden of tegenoverliggende kies gaan schuiven of kantelen. Er gaan migraties optreden.
Hierdoor ontstaat de mogelijkheid dat tanden en kiezen niet meer goed op elkaar passen.
Het kauwvermogen wordt minder waardoor eten minder fijngemalen wordt voordat het in de maag komt. Ook kan men gaan tandenknarsen.
Door de migraties wordt het ook moeilijker via het poetsen alle etensresten te verwijderen. De kans op tandbederf en tandvleesontstekingen vergroot met meer kans op versneld verlies van de andere tanden.
Waarom niet te lang wachten om een verloren gegane tand te vervangen?
Na verlies van tanden treedt er resorptie (slinken) van het omgevende kaakbot op.
Het bot wordt niet meer belast door de afwezigheid van een tand. Hierdoor verliest het bot zijn functionaliteit en zal het langzaam beginnen resorberen of wegslinken. De kaak wordt niet alleen smaller maar ook lager.
Dit kan er toe leiden dat er onvoldoende bot overblijft om een voldoende lang implantaat te plaatsen of dat er veel te lange en dus niet esthetisch kronen noodzakelijk zijn.